Is het mogelijk en milieuvriendelijk om EPDM te recycleren?
Het pyrolyseproces van EPDM
Ingenia onderzocht de milieu-impact van het verwerken van EPDM afval aan de hand van pyrolyse, een proces waarbij het materiaal tot 600°C verhit wordt. Hierbij voerden ze de volgende handelingen uit:
- Verkleinen van EPDM afval in een shredder
- Het verkleinde materiaal wordt in een reactor verhit tot 450-600°C
- De dampstroom van de de-polymerisatie wordt gekoeld naar een oliefractie
- De vaste fractie uit de reactor wordt na de pyrolysereactie gekoeld en opgeslage
Van het ingaande materiaal blijft na de pyrolyse 64% over als vaste stof en de rest vervliegt als gas. De vaste stof bestaat uit materiaal met een relatief hoog koolstofgehalte en materiaal met een relatief laag waterstofgehalte, waardoor er o.a. ‘carbonblack’ of koolstofpoeder wordt gevormd. Door de koeling van het gas ontstaat er een vloeistofstroom, de pyrolyseolie, en een restant gas, het pyrolysegas.
Ingenia geeft aan dat men het carbonblack en (deels) de fillers kan hergebruiken in het productieproces van de EPDM dakbedekking.
Conclusie en toekomstvisie
Rekening houdend met de energie die nodig is voor het opwekken van de pyrolyse, is het nog steeds CO2 besparend om de EPDM afvalstroom op deze wijze te verwerken. Het verwerken van 200 ton EPDM afval per jaar in een pyrolyseproces geeft een geschatte besparing tot 168 ton CO2 per jaar. EPDM afvalstromen zijn dus circulair te gebruiken en het is nog eens milieuvriendelijk ook.
Geert-Jan Vogels, directeur Mawipex, geeft zijn toekomstvisie over het circulair gebruik van EPDM dakbedekking. “Gezien de lange levensduur van EPDM is er momenteel nog weinig EPDM afval voorhanden. Toch willen we ons voorbereiden en klaar zijn om toekomstige afvalstromen op te vangen op een milieuvriendelijke manier. EPDM moet dus niet op een stort of in verbrandingsovens terecht komen, maar is herbruikbaar middels pyrolyse.
Momenteel richten we ons op het organiseren van de inzameling van EPDM (snij)afval stromen. We streven er naar om dit tegen eind 2019 te realiseren!”